Passie voor Mossen
Natuurstudie is een zaak
van mensen. In Passie voor mossen beschrijft de bekende
sociaal-historicus Ger Harmsen de geschiedenis van het onderzoek
naar mossen en korstmossen. De onderzoekers, in toenemende mate
vrijwilligers, die gefascineerd zijn door deze "kleinste planten",
blijken vaak net zo wonderlijk te zijn als hun onderzoeksobject. Het
begin van de mossenstudie plaatst de auteur in de 16e eeuw,
maar de nadruk ligt op de tweede helft van deze eeuw; de periode van
de Bryologische en Lichenologische Werkgroep der KNNV.
In
dit overzicht beschrijft Ger Harmsen niet de geschiedenis van de
mossen zelf als wel de sociale herkomst, de maatschappelijke positie
en de arbeidsomstandigheden der bryologen en lichenologen. De auteur
schildert het specifieke van de elkaar opvolgende generaties.
Voorzover er een generatiebesef ontstond, leidde dit al of niet tot
de vorming van kringen en groepen. Niet minder dan 450 personen
(waaronder Jan Barkman, Heinjo During, Wim Margadant, Harrie Sipman
en Dries Touw) die een rol in de bryologie hebben gespeeld, passeren
daarbij de revue.
Passie voor mossen geeft inzicht in de wijze waarop bryologen
en lichenologen geboeid raakten, kennis verkregen en uitdroegen. De
contacten met buitenlandse vakgenoten en het gezag dat buitenlandse
en later Nederlandse handboeken in eigen land uitstraalden, maken
duidelijk welke plaats Nederlandse bryologen en lichenologen in
Europa innamen.
Passie voor mossen geeft een duidelijk historisch overzicht
over een interessant vakgebied. Het is daardoor zowel voor
natuurliefhebbers, als voor sociaal-historisch geïnteresseerden een
waardevol document. |