Sinds 2002 weten we dat korstmossen ook sterk reageren op klimaatsverandering.
Dit kon worden vastgesteld aan de hand van een analyse van de veranderingen in
het provinciale korstmossenmeetnet van Utrecht (zie figuur). Een publicatie
hierover in het wetenschappelijke tijdschrift The Lichenologist was wereldwijd
de eerste waarin effecten van klimaatsverandering op korstmossen werden
aangetoond. Tevens was dit de enige in een belangrijke meta-studie in 2003 in
Nature.
Uit de gegevens van Utrecht (gebaseerd op epifyten) blijkt
duidelijk dat na 1989 een verschuiving van de soortensamenstelling op gang
gekomen is. Vooral warm-gematigde soorten namen toe, en koel-gematigde soorten
namen af. Noordelijke (boreo-montane) soorten namen licht af; geheel nieuw is
een categorie soorten met een -tot dusver- overwegend tropisch areaal. Een
zelfde verschuiving valt te zien indien de soorten worden ingedeeld naar
temperatuur-voorkeur (met behulp van zogenoemde "Ellenberg-getallen"). Onder de
nieuwkomers zitten grote zeldzaamheden als Oranje vingermos (Heterodermia
obscurata, tot nu toe 1x gevonden) maar ook plotseling algemeen geworden
soorten (als
Gewimperd schildmos, Parmotrema pseudoreticulatum), die hun areaal
een stuk naar het noorden hebben uitgebreid. In veel andere provincies zijn
inmiddels vergelijkbare verschuivingen gevonden. Korstmossen -vooral epifyten-
zijn goede indicatoren omdat veel soorten zich zeer efficiƫnt verspreiden: de
stoffijne sporen vestigen zich gemakkelijk op nieuwe plekken als het milieu
geschikt is. Ook bij terrestrische korstmossen treden veranderingen op -zo is
het gevoelige IJslands mos (Cetraria islandica) nu bijna uit ons land
verdwenen- maar de veranderingen zijn kleiner dan bij de epifyten.
Literatuur
Ellis, C.J., B.J. Coppins, T.P. Dawson & M.R.D. Seaward(2007). Response of
British lichens to climate change scenarios: Trends and uncertainties in the
projected impact for contrasting biogeographic groups. Biological Conservation
140: 217-235. (article)
Herk, C.M. van, A. Aptroot en H.F. van Dobben (2002). Long-term monitoring in the
Netherlands suggests that lichens respond to global warming. Lichenologist 34:
141-154.
Parmesan, C. & G. Yohe. (2003). A globally coherent fingerprint of climate change
impacts across natural systems. Nature 421, 37-42 Nature magazine, article text
tekst /afbeelding : Kok van Herk (Lichenologisch Onderzoeksbureau Nederland,
Soest)